Gepocheerde eieren voor Pasen

Gepocheerde eieren, heerlijk! En het ziet er lekker en chique uit op de Paastafel. Maar een ei pocheren is wel even een kunst. Je kookt het ei namelijk zonder schaal zodat het eiwit gestold is en het eigeel nog lekker zacht en smeuïg.
Gepocheerde eieren doen het goed op een blini, in een salade, met gegrilde groenten als asperges of op een broodje.

Het allerbelangrijkste is om een vers eitje te gebruiken. Haal die het liefst bij de boer om de hoek, dan weet je zeker dat het eitje kakelvers is. Omdat het eiwit van een vers eitje wat steviger is zal het eitje in de pan wat minder snel uit elkaar vallen.

Je kunt eieren op verschillende manieren pocheren. De één doet het liever op de traditionele manier door het eitje gelijk in de pan met water te koken. De ander gebruikt liever een hulpmiddel. Wij leggen hieronder de 'traditionele' manier uit.

Bereidingswijze

Zet een pan met water op het vuur totdat het water gaat borrelen. Zodra het water borrelt zet je de pan op een lager vuur zodat het niet meer kookt maar alleen nog een beetje belletjes geeft. Met een thermometer kun je nog makkelijker zien of het water de juiste temperatuur heeft. Het beste gaat het op een temperatuur tussen 80 en 90 graden.

Maak het eitje voorzichtig open in een schaaltje. De eidooier moet heel blijven. Vervolgens maak je met een pollepel een kleine draaikolk in het water en laat vervolgens het eitje voorzichtig in de draaikolk glijden. Omdat de eiwitten nu gedraaid worden blijft het ei makkelijker bij elkaar. Blijf voorzichtig draaien totdat de eiwitten wit worden. Vervolgens nog even 3 tot 4 minuten koken en je kunt als een ware chefkok je gepocheerde ei serveren!

Tip! Als je een beetje azijn toevoegt aan het water lukt het nog beter. En pocheer één eitje tegelijk!

Is je gepocheerde ei goed gelukt?

Serveer hem dan op een blini compleet met versgemalen zout en peper, gegrilde asperges, een paar cherrytomaatjes en een halve avocado erbij.